Midden in de kern van Nijswiller ligt de Sint Dionysiuskerk, met oudste gedeeltes die stammen uit de 11e eeuw. Dit is het kleine zaalkerkje, die nog steeds de basis vormt van de kerk. Mogelijk was het oorspronkelijk een jachthuis van Karel de Grote. Een kerk met een rijke geschiedenis!
Geschiedenis van de St. Dionysiuskerk
Het zaalkerkje is in romaanse stijl gebouwd. Dit is tegenwoordig echter moeilijk te zien, aangezien de St. Dionysiuskerk aan de nodige aanpassingen en renovaties is onderworpen met onder andere een oostelijk gedeelte dat werd gefinaliseerd in 1896, een grondige inwendige renovatie in 1905 en een neoromaans altaar dat in 1911 werd toegevoegd. Zo vormt het gebouw een combinatie van de 12e-eeuwse romaanse stijl en een meer moderne bouw uit het begin van de 20e eeuw waarbij middeleeuwse stijlen werden gehanteerd.
De St. Dionysiuskerk maakte vanaf de eerste bouw in de 11e eeuw deel uit van de parochie van Eys, een dorp op mooie loopafstand van Carrē 1711. Vele eeuwen later – aan het eind van de 17e eeuw – wordt de kerk deel van de parochie Wahlwiller-Mechelen. Pas in de 19e eeuw vormt Nijswiller een zelfstandige parochie. Vanaf 1835 vormt de kerk dan ook de kern van de Rooms-Katholieke parochie St. Dionysius.
Sint Dionysius
De rechter zijkapel van de kerk is toegewijd aan de heilige bisschop Dionysius, de patroon van Parijs. Er wordt gezegd dat hij rond 250 na Christus door de paus naar Frankrijk wordt gestuurd. Hier bouwde hij de eerste kerk van Parijs. In het jaar 285 werd hij samen met andere christenen vervolgd en onthoofd. Mede hierdoor wordt hij aangeroepen door mensen met erge hoofdpijn. Ze hopen dat hij hen hier af kan helpen. Maar ook astma en longziekten zijn problemen waar Sint Dionysius mee zou kunnen helpen. Vroeger zag Nijswiller daarom veel Duitse bedevaartgangers naar de kerk afreizen.