Hét Limburgse feestdagengebak: De nonnevot
Laten we maar met de deur in huis vallen: de letterlijke vertaling van dit gebakje is ‘nonnenkont’. Waar die eigenaardige naam vandaan komt? Daar zijn verschillende verklaringen voor. Eén mogelijk is dat het afkomstig is van de strik die nonnen vroeger op hun achterwerk droegen. Het gebak wordt immers ook strik (of in het Limburgs: sjtrik) genoemd. Welke naam het ook draagt, de lekkernij is perfect voor de feestdagen. Typisch wordt het in Limburg gegeten in de carnavalsperiode, maar ook met Kerstmis en Nieuwjaar is het populair.
Ingrediënten (voor 15 stuks)
- 200 ml volle melk
- 7 g gedroogde gist
- 500 g tarwebloem
- 75 g witte basterdsuiker
- 125 g zachte boter
- ½ tl zout
- 1½ liter frituurolie
- 100 g fijne kristalsuiker
Bereidingswijze
- Verwarm de melk in een steelpan tot handwarm en neem van het vuur. Voeg de gist toe en roer door. Laat 3 min. staan.
- Zeef de bloem boven een ruime kom. Maak een kuil in het midden en schenk daar de melk met gist in.
- Voeg de basterdsuiker, zachte boter en het zout toe. Kneed tot een soepel deeg. Dit duurt ca. 6 min. Gebruik extra bloem als het deeg te plakkerig is.
- Maak een mooie bal van het deeg. Doe terug in een schone kom. Dek af met vershoudfolie en laat 1 uur rijzen op een warme, tochtvrije plek.
- Kneed het deeg nogmaals door en verdeel het in bolletjes (per stuk 1 bolletje).
- Rol elk bolletje uit tot een lange streng van ca. 20 cm. Leg in elke streng een knoop.
- Leg de deegknopen op een met bakpapier bekleed werkblad. Leg er een schone theedoek over en laat nog 30 min. rijzen.
- Verhit de frituurolie in een pan of friteuse tot 175 °C. Doe de kristalsuiker op een schotel.
- Frituur de deegknopen per 3 tegelijk in ca. 6 min. goudbruin. Keer halverwege. Neem ze uit de olie met een schuimspaan en wentel ze door de kristalsuiker.
Eet smakelijk!
Bron: //www.ah.nl/allerhande/recept/R-R1188302/nonnevotten