Maak je eigen stroop
In de Limburgse heuvels kom je tal van fruitbomen tegen. De origine hiervan vind je in de Middeleeuwen, toen de kloosterordes zich in Limburg vestigden. Bij deze kloosterordes hoorden indrukwekkende tuinen met fruitbomen. Dit fruit werd niet alleen geplukt, er werden ook heerlijke gerechten van gemaakt. En zo komen we uit bij het recept van vandaag: Limburgse appelstroop. Nog steeds wordt dit in veel verschillende Limburgse dorpen bereid. Maar natuurlijk kun je het ook zelf maken. En het fijne hieraan? Het is helemaal niet lastig!
Ingrediënten
- Twee kilo appels. Dit mogen alle soorten appels zijn, ook die met een paar beurse plekken. Van deze appels maak je 1 liter appelsap, dat wordt ingekookt tot 100 ml stroop.
- Zelf gekozen toevoegingen. Afhankelijk van het ras appels kan de stroop best zuur worden. Voeg hiervoor 100 gram bruine basterdsuiker toe per liter appelsap. Maar je kunt natuurlijk ook andere soorten fruit, zoals peren en druiven, dadels of kaneel toevoegen.
Bereidingswijze
- Was de appels en snijd ze in grove stukken. Je hoeft de klokhuizen niet te verwijderen.
- Doe de appelstukken in een pan en voeg water toe, ongeveer tot halverwege de pan.
- Breng het aan de kook en laat het mengsel enkele minuten doorkoken. Doe de deksel op de pan en laat de pan een nacht staan.
- Zeef de appels en vang het sap op. Je hebt nu zelf appelsap gemaakt!
- Nu ga je verder met het maken van appelstroop. Giet de appelsap weer in een pan en breng het aan de kook.
- Zet het vuur laag en laat het sap doorkoken. Dit kan zeker een paar uur duren. Houd het goed in de gaten en kook het sap door tot het stroop is. Je brouwsel is voldoende stroperig als je er met een lepel draden uit kunt trekken.
- Laat de stroop afkoelen en bewaar het in een schone pot. Je kunt deze stroop maandenlang bewaren, ook buiten de koelkast.
De stroop is heerlijk op een boterham van Limburgs roggebrood. Eet smakelijk!