Wie sjoen os Limburgs is
Ben je al eens een halfuurtje door Zuid-Limburg gereden? Dan ben je vast al tientallen dorpjes tegengekomen. En wie weet is het je ook opgevallen dat de lokale bewoners per dorp een ander Limburgs dialect spreken. De één is beïnvloed door de Franse taal, bij de ander hoor je meer Duitse invloeden. Hoewel de meeste Limburgers elkaar goed kunnen verstaan, zijn ze elk net zo trots op hun dialect als de volgende. Want voor jou klinkt dit misschien als vakantie, maar voor de Limburger staat het dialect symbool voor thuis komen.
Hoe het Limburgs is ontstaan
In 1997 heeft het Nederlands Limburgs zelfs de status streektaal gekregen. Maar natuurlijk bestaat het al veel langer dan dat. Om in de geschiedenis van het Limburgs te duiken, gaan we terug naar de 8e eeuw. In het gebied waar de Oudnederlandse taal werd gesproken, ontstond toen namelijk een scheiding: waar men eerst Oudnederlands sprak – rond Aken, Luik en Keulen – werden nu Oudhoogduitse dialecten gesproken.
Later, rond de 10e en 11e eeuw, werden door de opkomst van Vlaamse steden ook in het Oudnederlandse gebied steden gevormd die vanuit politiek en economisch oogpunt van belang waren. Hierdoor werden Hoogduitse kenmerken verspreid onder de Oudnederlandse dialecten. Maar ook kenmerken van Brabantse dialecten beïnvloedden de taal in dit gebied. Door deze ontwikkelingen wordt deze periode gezien als de tijd waarin het Limburgs is ontstaan.
De oudste Limburgse tekst
Rond dezelfde tijd dat de Limburgse taal tot stand kwam, werd ook de eerste Limburgse zin neergeschreven. Deze staat in het 9e-eeuwse Evangeliarium van Munsterbilzen, dat evangelie-lezingen bevat, en klinkt als volgt: “Tesi samanunga was edele unde scona”. Dit betekent: “Deze verzameling (kloostergemeenschap) was edel en schoon”. Pas vele eeuwen later, in 1884, verscheen het eerste Nederlands-Limburgse woordenboek.
Hoe het Limburgs is ontstaan
De verschillende invloeden vanuit Duitsland en Brabant zijn nu nog te zien in de verschillende Limburgse dialecten. Zo heeft het Limburgs in Maastricht en Weert meer overeenkomsten met Belgisch-Limburg. Logisch ook, want in de steden ten westen van de Maas waren de invloeden van het Belgisch-Limburgs hier groter dan in de rest van Limburg.
Hoewel het Limburgs door veel Limburgers wordt gesproken, heeft het weinig overeenkomsten met het officiële Nederlands. Ook dit is te verklaren. In de 16e eeuw werd geprobeerd om een Nederlandse standaardtaal vast te leggen. De basis hiervoor was voornamelijk het Brabants. Rond dezelfde tijd vond de Tachtigjarige Oorlog plaats, die voor de val van Antwerpen zorgde. Waar Antwerpen eerst de belangrijkste stad vormde vanuit cultureel, politiek en economisch oogpunt, verschoof dit nu naar het noorden van Nederland. Met name het gewest Holland werd een belangrijk gebied, waardoor het Hollands een grote invloed werd op – met name de uitspraak van – de Nederlandse standaardtaal beïnvloedde.